Nieuws
Onafhankelijke taxatie van antieke, vintage en moderne juwelen en horloges.
Het taxeren van juwelen en (zak)horloges is ook onderdeel van mijn praktijk. Door de hoge goudprijs en de grote verzamelmarkt van horloges zien mensen in dat dit vaak een wezenlijk deel is van hun vermogen. Vaak is een gewenste (her)verzekeringstaxatie de aanleiding maar soms ook een verdeling onder nabestaanden, een voorgenomen schenking of verkoop.
Al vele jaren taxeer ik juwelen en (zak)horloges. Juwelen zijn een prachtig voorbeeld van "gematerialiseerde emotie". Achter elk sieraad zit een verhaal. Hoogtepunten maar ook dieptepunten. Al sinds de oudheid worden juwelen beladen met emoties en krijgen ze zo naast de materiaal en kunstwaarde een extra persoonlijke waarde. Vaak krijg ik de meest bijzondere verhalen te horen. Om mij te beperken tot het materiële, niet zelden krijg ik dan ook de verhalen te horen van prachtige antieke stukken die voor enkel de goudprijs zijn verkocht. Dat is jammer ! Meestal is de waarde voor een verzamelaar-liefhebber veel hoger dan enkel de goudprijs. Vaak gaat het om Nederlandse streekdracht sieraden of de wat recentere designjuwelen van merken als Cartier, Chopard of Piaget. Fors in waarde gestegen de laatste jaren zijn horloges van de bekende merken zoals Cartier, Audemars Piguet, Rolex, Patek Philippe en Breitling om er maar enkele te noemen.
Graag ben ik u van dienst bij de waardering van bovengenoemde zaken. Wanneer er sprake is van grotere stenen heb ik de gewaardeerde hulp van mijn FGA-HRD gecertificeerde collega.
Koper en tin.
Een bekend gezegde tegenwoordig is "koper en tin heeft geen zin". Ooit was dat anders. In de jaren zeventig en tachtig bracht antiek koper en tin enorme, met de ogen van nu bizarre prijzen op. Tinnen klepkannen kon je toen vergelijken met de tulpenbollen uit het begin van de 17e eeuw. 4000 tot 5000 gulden werd er betaald voor een 19e eeuwse tinnen klepkan zoals op de foto ! Ooit was het tin het zilver van de armen. Maar ook in rijke huishoudens kwamen klepkannen voor maar zelden kwamen ze verder dan de keukendeur. De huidige waarde van een dergelijke kan bedraagt momenteel niet meer dan een 80 euro. Natuurlijk zijn er uitzonderingen. De befaamde tinnen Jan Steen kannen zijn nog altijd een fortuin waard. Ze zijn zeer zeldzaam wat maakt dat ze door de nog altijd aanwezige groep verzamelaars, hogelijk gewaardeerd worden.
De jaren tachtig waren de gouden tijden van het gewone "boeren" antiek. Rustiek en landelijk was de - donkerbruine - woonsmaak. Koperen kandelaars en tinnen kannen stonden vaak prachtig op de bekende bielzenhouten salontafel. Ikea was er nog niet net als de vele andere hedendaagse woonwarenhuizen. De lokale antiquair was tevens de meubelleverancier. Wanneer het van oud, bruin, gebutst en met kettingen bewerkt hout gemaakt was noemde men het al gauw antiek. Bekend en passend bij deze woonsmaak zijn de bekende Oisterwijkse bankstellen maar denk ook aan de salontafels gemaakt van platbodemzwaarden. In feite restproducten die zo een nieuwe toepassing vonden.
Mode uit reststromen. In het ene land uit de mode vormt het een dankbare bron van inspiratie en woonplezier in een ander land. Frans en Engels antiek kwam in de jaren zeventig naar Nederland, Oisterwijkse bankstellen gingen in de jaren negentig naar Polen en Oost Duitsland en Hongarije leverden ons beschilderde grenen meubelen in diezelfde jaren negentig. Rond het jaar tweeduizend was er een periode toen containers vol antieke en oude Javaanse kasten naar Nederland kwamen. Dit "gesleep met meubelen" is van alle tijden. De Romeinen haalden al scheepsladingen kunst uit Griekenland en in de late 18e en 19e eeuw eeuw waren het de Engelsen die onze fraaie rococo meubelen wisten te waarderen en deze naar hun buitenplaatsen brachten. Op dit moment zijn er ook stromen van kunst die gevoed worden door kapitaal, trend en mode. Chinese kunst is erg gezocht en vindt zijn weg terug naar China. Dichterbij en bij ons zelf is het (toegepaste) kunst uit de jaren vijftig en zestig die erg in de belangstelling staat en veel meer opbrengt dan 20 jaar geleden. Minder in de belangstelling bij ons en dus een export product, bruine antieke meubelen uit de 17e, 18e en 19e eeuw.
Hierboven beschreven is voornamelijk de categorie 1, het gewone gebruiksantiek. Categorie 2 heeft minder last van prijsschommelingen. De echte kunst zogezegd. De beste 1% van alles wat er gemaakt is. De smaakmakers van hun tijd. Een beetje variatie zit hier wel in. Van Gogh was tijdens zijn leven zogezegd geen grootverdiener. Die waardering is later gekomen. Maar eenmaal bekend was zijn naam gevestigd. Een van Gogh was in de jaren zeventig kostbaar en nu nog steeds. Juwelen van bekende huizen uit het begin van de 20e eeuw zijn nu nog steeds kostbaar. Net als Empire klokken van Thomire of meubelen ontworpen door Boulle of onze eigen Jan van Mekeren bijvoorbeeld. Hoe extravaganter in hun eigen tijd hoe hoger de waardering later.
Voor verzamelaars iets om rekening mee te houden. Indien u hier eens over van gedachten wilt wisselen, neem gerust contact op.
Kunst en mode.
Vaak krijg ik de vraag; Hoe de prijzen van antiek toch zo kunnen verschillen door de tijd heen. Ik zal hier kort wat over vertellen. Prijzen van antiek zijn afhankelijk van de mode. Antiek is soms wel en soms niet in trek. Hier zijn historische golfbewegingen in te ontdekken die samenhangen met het (internationale) aanbod. Maar als eerste moeten we het antiek definiëren. Grof gezegd zijn er twee soorten. 1. Het gebruiksgoed. Denk hierbij aan koper, tin, meubelen, klokken en tapijten. Eigenlijk alles wat in een gegoed burgerhuis aanwezig was daarbij inbegrepen de gewone juwelen passend bij deze maatschappelijke laag. 2. "kunst" voorwerpen gemaakt voor de maatschappelijke bovenlaag. Deze werden gemaakt door de topontwerpers-kunstenaars en ambachtslieden van die tijd. Categorie 1 is erg afhankelijk van de heersende mode en categorie 2 veel minder. Ik zal het illustreren aan de hand van enkele voorbeelden. De comtoiseklok.
Deze messing en geelkoperen 19e eeuwse klokken waren een echte rage in de jaren '70 en '80 van de 20e eeuw toen ze met vrachtwagens vol door Nederlandse handelaren uit Frankrijk werden opgehaald. Wat veel mensen niet weten is dat er vroeger grote hoge houten kasten omheen zaten. Deze werden door de handelaren in Frankrijk al weggegooid want deze waren te hoog voor de moderne jaren '70 huizen in Nederland. Wat overbleef was een "naakte" wat modernistisch aandoende klok met gewichten. Dergelijke uurwerken brachten uiteindelijk, mooi gepoetst, in Nederland met gemak 3000 gulden op. In vrijwel elke boedel, gevormd in deze tijd, kom ik ze tegen. Hoe kwamen deze klokken in de mode ? Deze mode was deels vraag maar ook aanbod-gestuurd. Nederland was rijk en het Franse platteland was dat veel minder in die tijd. Frankrijk moderniseerde echter ook en "hun" klokken waren daar ouderwets en uit de mode. Er was een enorme voorraad want als gebruiksgoed (categorie 1.) waren zeer algemeen. Elk vroeger huishouden bezat één of meerdere exemplaren. Inmiddels is de belangstelling voor deze klokken vrijwel weg. Ze zijn wederom ouderwets.
Comtoise in oorspronkelijke houten kast.(links op de foto)
Taxaties moderne kunst.
Taxeren van moderne kunst is een belangrijk onderdeel van mijn dagelijkse taxatiewerk. Zowel schilderijen, grafiek maar ook beelden en minder voorkomende stukken zoals bewegende installaties vallen binnen mijn HOBEON certificatie en worden door alle verzekeraars geaccepteerd.
Meer nog dan bij antieke objecten en oude schilderkunst is het van belang de verzekerde waarde van moderne kunst actueel te houden, dwz om de drie jaar deze aan te passen. Neem gerust contact op voor een vrijblijvende offerte.
Tot slot; Mocht u besluiten afstand te willen doen van delen van, of uw gehele (bedrijfs)collectie dan kan ik daarin ook adviseren en desgewenst het verkoopproces begeleiden.
Een “gotische” bank (verkocht aan museum Chenonceau)
Deze bijzondere eikenhouten bank doet in zijn geheel Gotisch aan van stijl. De stijl die de meeste mensen kennen van hun bezoek aan een van de bekende Noord Franse kerken. Kenmerkend zijn de zogenaamde briefpanelen die verwerkt zijn in de rug. Snijwerk dat lijkt te bestaan uit opgerold papier, vandaar de naam briefpanelen. Bijzonder zijn de traceringen van vierpassen aan de boven en onderzijde van deze panelen. De Gotische stijl aanwezig in meubelen kennen we als laat middeleeuws. (1400-1550) In die tijd werden er echter zeer weinig meubelen gemaakt. De rijke burgerij was zeer klein in getal en vrijwel al het aanwezige geld was in handen van de kerk, het hof en de adel daaromheen. Pas in de vroege 17e eeuw worden er op grote schaal meubelen gemaakt voor burgerlijk en huishoudelijk gebruik.
In de 19e eeuw met zijn grote belangstelling voor alles wat middeleeuws was was er een groeiende belangstelling voor deze meubelen. Het aanbod was echter zeer gering. Vaak bestonden de nog aanwezige meubelen alleen maar in fragmenten gevonden op de zolders van kloosters en oude kastelen. Deze stijl was immers bijna 300 jaar lang uit de mode geweest ! De oude gotische meubelen maar ook losse elementen zoals schouwen stonden eindelijk weer in het middelpunt van de belangstelling.
Als gevolg van de industriële revolutie waren er veel rijke industriëlen, kooplui en fabrikanten die met hun snel verdiende geld status wilden verwerven. Hoe kon dit beter dan zich de allure van een oud en riddermatig geslacht aan te meten ? Complete “middeleeuwse” kastelen en gotische stadspaleizen werden er nagebouwd. Niet altijd even stijlzuiver want moderne gemakken als liften, badkamers en grote vensterruiten waren natuurlijk ook belangrijk. Deze verblijven moesten ook “middeleeuws” ingericht worden. Als reactie op de inmiddels veel op grote industriële schaal gemaakte meubelen was er een hang naar het oude ambachtelijke vakmanschap zoals waarop in het verleden door de gilden werd toegezien. Een meubelmaker of schrijnwerker die in staat was een meubel van begin tot eind te maken en niet zoals “in den tegenwoordighe tijd” maar verantwoordelijk voor een klein stukje van een meubel.
Het is in deze geest hoe de bovenstaande bank is gemaakt. De rugpanelen zijn oud, de rest is er later, 2e helft 19e eeuw, omheen gemaakt. Wellicht zijn de briefpanelen hergebruikte delen van een kist. De kist was het meest in aantal gemaakte “rijke meubel” in de middeleeuwen. Een middeleeuwse rijke was veel op pad en dergelijke kisten dienden om zijn kostbare bezit zoals vaatwerk en tapijten mee te kunnen nemen.
De bank is van een zeer hoge kwaliteit wat onder meer blijkt uit de zeer fraaie leeuwen op de armleggers die met een trouwe blik opkijken naar de bezitter van deze bank.
In opdracht van een klant ben ik op zoek naar een nieuwe eigenaar van dit bijzondere stuk ! Nadere bijzonderheden zijn te vinden onder het kopje verkoop – Europese kunst.
Verkocht aan museum Chenonceau www.chenonceau.com
Wist u dat ik ook te consulteren ben op taxatiedagen ?
Een taxateur kan een leuke publiekstrekker zijn op uw evenement in bibliotheek, kasteel of elders.
Neem vrijblijvend contact op voor de mogelijkheden.
Bijzonder bord ontdekt
Tijdens een inventarisatie stuitte ik op dit bijzondere porseleinen bordje. Het meet 21 centimeter in diameter en is gedecoreerd met bloemen en een enkel insect. De eigenaar dacht dat het Chinees van oorsprong was maar dat behoeft wat nuancering. Het is namelijk zowel Chinees als Europees!
Het bord is ontstaan tussen 1700 en 1730 in China. Chinees porselein werd in die tijd in grote aantallen verscheept naar Europa. Onderweg fungeerde het als ballast voor de schepen en hier aangekomen diende het ter verfraaiing van de prachtige buitenplaatsen en stadshuizen van de gegoede burgerij. Het is ongedecoreerd maar wel geglazuurd naar Holland gekomen.
Dit blank porselein worden ook wel Blanc de Chine genoemd. Bijna altijd werden de borden, vazen of andere vormen in China al voorzien van een decoratie maar in dit zeldzame geval nog niet. In Holland aangekomen is het vrijwel zeker in Delft voorzien van een decoratie helemaal in Chinese trant met fraaie famille verte kleuren.
Het in Nederland gedecoreerde Chinees porselein wordt ook wel Amsterdams bont genoemd. Dit Chinese porselein met Hollandse decoratie is er in diverse kwaliteiten. Meestal betreft het eenvoudig gedecoreerde kommetjes voor op een kabinet die in China al voorzien waren van een onderglazuur blauwe decoratie. Eenmaal in Holland werden ze verfraaid of "opgepimpt" om ze voor een hogere prijs te kunnen verkopen.
Kenmerk van het in Holland gedecoreerde porselein is de wat houterige penseelstreek. Dit, samen met de kleuren die net niet Chinees van toon zijn en de ongebruikelijke combinatie van het model bord en de toegepaste decoratie maken dat we dit bord kunnen plaatsen als Amsterdams bont.
Het hier getoonde bord is van een uitzonderlijke kwaliteit en buitengewoon zeldzaam. Een Chinese schotel met deze decoratie brengt momenteel 2500 euro op. Een bord als dit meer dan het dubbele.
Met dank aan de eigenaar voor het kunnen beschrijven van dit stuk.
Omdat er regelmatig vragen gesteld worden over het veelbesproken volgrecht op moderne kunst hieronder in het kort de strekking van deze materie.
Het volgrecht is een uitbreiding van het auteursrecht dat aan de artiest of maker van een (kunst)werk een recht op vergoeding geeft bij doorverkoop van het object.
Het minimum bedrag bij verkoop in Nederland moet 3000 euro bedragen om met deze materie te maken te krijgen. Tevens dient er een professionele verkoper betrokken te zijn al koper, verkoper of tussenpersoon.
De kunstenaar mag niet langer dan 70 jaar voor de transactie overleden zijn.
Meer informatie is hier te vinden.
https://www.ivir.nl/wetten/eu/volgrecht-richtlijn.html
Er is nogal wat te doen om deze wetgeving mogelijk wordt de wet aangepast zodat ook erfgenamen aanspraak kunnen maken op het volgrecht.